Bienmesabe

De naam 'bienmesabe' duidt op een grote verscheidenheid aan gerechten in de Spaanstalige wereld. Het gaat hierbij niet altijd om nagerechten, maar ook om andere gerechten die worden bereid met de meest gevarieerde ingrediënten. Op de Canarische Eilanden is het een traditioneel nagerecht dat met amandelen, koekjes, eieren, suiker en citroen wordt bereid. Het is waarschijnlijk afkomstig uit de Arabische wereld, hoewel de eilandbewoners zeggen dat zij het recept hebben uitgevonden.

Bereiding:

Verwarm het water en de suiker. Wanneer het mengsel warm is, voeg je de citroenzeste en een kaneelstokje eraan toe. Om er zeker van te zijn dat de siroop dik genoeg is, moet hij in dikke draden van de roerlepel lopen. Wanneer het klaar is, houd je ongeveer een derde deel van deze siroop apart.

Pel en maal de amandelen en voeg ze aan de rest van de siroop toe. Zet de pan op een laag vuur en roer. Laat de amandelen vijftien tot twintig minuten koken (experts zeggen dat amandelen 'springen' wanneer ze gaar zijn).

Haal de pan van het vuur, verwijder het kaneelstokje en blijf roeren. Voeg zachtjes de dooiers toe, die je op voorhand hebt geklopt (hierbij kun je een assistent goed gebruiken). Verwarm het geheel 'au bain-marie' tot het een mooie kleur krijgt.

Plaats een aantal lange vingers die in de siroop (waaraan je ook enkele druppels rum of cognac kunt toevoegen om het aroma te verbeteren) zijn ondergedompeld op de bodem van afzonderlijke kommen of een dessertschaal en giet de pasta van de 'bienmesabe' erop. Het gerecht wordt koud opgediend.

Ingrediënten:

• 500 g amandels
• 500 g suiker
• 1/2 l water
• 18 eierdooiers
• Citroenrasp
• Kaneelstokje
• 12 lange vingers of soortgelijke koekjes