Balsamifer wolfsmelk
De "tabaiba dulce" of Balsamifer wolfsmelk (Euphorbia balsamífera) vind je aan de zuidkusten van Tenerife, vooral in de herfst en winter…
Ondanks zijn beperkte omvang van 2034 km2, beschikt het eiland Tenerife over een verrassende biodiversiteit die het resultaat is van speciale omstandigheden: de bergachtige orografie van het eiland wijzigt op lokaal vlak de algemene klimatologische factoren wat aanleiding geeft tot een rijke verscheidenheid aan microklimaten. Deze overvloed aan microklimaten en bijgevolg natuurlijke habitats is duidelijk te zien aan de plantengroei die bestaat uit een rijke en verscheidene flora (1.400 plantensoorten), waaronder talrijke endemismen die enkel op de archipel (200) of enkel op Tenerife (140) voorkomen. De fauna van Tenerife wordt geschat op 400 vissoorten, 56 vogelsoorten, 5 reptielen, 2 amfibieën, 13 landzoogdieren en duizenden ongewervelden, bovenop enkele soorten zeeschildpadden en walvisachtigen
Tenerife is het grootste en hoogste eiland van de Canarische eilanden, waardoor er de grootste biodiversiteit van de archipel te vinden is. Er zijn meer dan 800 soorten fauna en flora die uniek zijn op de wereld. Het is trouwens indrukwekkend dat men op de Canarische eilanden -die slechts 1,5% van het Spaanse grondgebied vertegenwoordigen- meer dan de helft van de endemische soorten van het land vindt.
Een van de voornaamste eigenaardigheden van de eilanden is de manier waarop de plantengroei op slechts enkele honderden meters radicaal kan veranderen. De reden hiervoor ligt in het hoogteverschil en de microklimaten die dat met zich meebrengt: tot 6 verschillende ecosystemen. In de streken dichtbij de kust kan je bijvoorbeeld schitterende habitats van de wolfsmelksoorten tabaiba en cardón vinden, die herinneren aan exotische woestijnen en droge streken, terwijl je hogerop een plantengroei tegenkomt die typisch is voor de Middellandse Zee: kreupelhout, thermofiele bossen en uitgestrekte dennenbossen. Je wandelt er tussen bomen en jeneverbessen, wilde olijfbomen, palmbomen en zelfs hier en daar een drakenbloedboom, een van dé symbolen van de Canarische eilanden.
Op de noordelijke hellingen zorgen de passaatwinden voor extra veel vochtigheid en dus ook voor dichter begroeide bossen. In dit gebied kun je tussen bomen wandelen die authentieke levende fossielen zijn. Het Canarische laurierbos vertegenwoordigt een plantengroei die tijdens het Tertiair grote oppervlakken van het Middellandse Zeebekken bedekte totdat die honderden duizenden jaren geleden verdween.
Boven dit soort bos (ook Monteverde genoemd) duikt de Canarische den op, vooral in het zuiden van het eiland.
De zes ecosystemen waarin de plantengroei van Tenerife wordt verdeeld volgens hoogte en oriëntatie zijn:
De fauna van Tenerife houdt net als de rest van de eilandengroep verband met die in het Noorden van Afrika en het Zuiden van Europa. Het voornaamste verschil is echter het grote aantal endemismen (soorten die uniek zijn ter wereld), wat het resultaat is van de genetische isolatie van de dieren op het eiland.
Op Tenerife vinden we deze endemische soorten vooral in gebieden zoals Anaga, Teno en Las Cañadas del Teide. Een van de opmerkelijkste dierengroepen op het eiland zijn de ongewervelden, met een totaal aan 3000 soorten waarvan 40% endemische. Men mag ook de 200 soorten vogels niet vergeten die men gedurende het jaar in Tenerife kan waarnemen.
Sommige zoals reigers of eenden doen het eiland tijdens hun trektochten aan, op zoek naar goed weer. Andere soorten zoals de gewone of Bolles laurierduif en de Tenerifse blauwe vink zijn unieke soorten die permanent op de Canarische eilanden wonen. Aan de kust kunnen vogelliefhebbers hun hart ophalen met het waarnemen van de Scopoli's pijlstormvogel en de visarend. Vogelspotten is trouwens een gereglementeerde activiteit waarvoor op sommige plaatsen toestemming nodig is.
De zoogdieren worden vertegenwoordigd door 13 soorten, meestal soorten die door de mens werden geïntroduceerd. De komst van de inheemse bevolking zo'n 2.500 jaar geleden betekende ook de komst van schapen, geiten, honden en varkens. Ze pasten zich zo goed aan de eilandengroep aan dat er nu autochtone rassen van deze dieren bestaan. Ook konijnen, ratten, wimperspitsmuisen en trekegels vonden hun weg naar de eilanden. De meest recente introductie was die van de Corsicaanse moeflon die men voor de jacht in het nationaal park El Teide uitzette.
Wat de reptielen betreft, kun je er op Tenerife veel vinden en het loont de moeite ze aandachtig te bekijken want sommige vind je op geen enkele andere plek. Er bestaan vijf soorten op het eiland, waaronder de endemische gestippelde Tenerifse hagedis. Onder de vier andere soorten zijn de Gran-Canariaskink en de Canarische hagedis, ook aanwezig op de andere eilanden van de archipel, waar er echter andere rassen zijn. De andere twee soorten zijn de Delalandes gekko en de Europese tjitjak
Qua amfibieën lopen er op het eiland twee kikkersoorten rond die door Europeanen werden ingevoerd en die nu welig tieren in stuwmeren en waterlopen. In sommige ravijnen van Anaga en Teno werden alen waargenomen, een soort die met uitsterven is bedreigd.
Bovendien bezoeken "watertoeristen" van verschillende werelddelen de Canarische eilanden. Koudwatersoorten uit het noorden van de Atlantische Oceaan ontmoeten hier soorten uit warmer water of zelfs dieren uit de Caraïben, zoals vele soorten zeeschildpadden. Tenerife is ook een van de beste plaatsen ter wereld om walvissen en dolfijnen te spotten. Er wonen immers maar liefst 21 verschillende soorten!