Geschiedenis van het carnaval

Veel geleerden hebben zonder succes geprobeerd om de exacte oorsprong van het woord 'carnaval' te ontdekken Sommigen beweren dat het afkomstig is van 'carnelevarium', een Latijns woord dat het religieuze verbod op het eten van vlees tijdens de vastenttijd definieert, terwijl anderen zeggen dat het verband houdt met de carrus navalis (schip op wielen) die door de priester van de god Bacchus werd bestuurd tijdens de Romeinse bacchanalen.

De onderzoekers zijn het er wel over eens dat dit feest verband houdt met een heidense viering die vóór het Christendom plaatsvond en waarvan de rituelen en gewoontes later door christenen zouden worden overgenomen. Los van de etymologie beweren deskundigen dat het over vieringen ging waarbij geen rekening werd gehouden met de vooropgestelde regels en sociale normen, zodat het een expressie van vrijheid, vreugde en losbandigheid werd.

Tijdens de middeleeuwen overleefde het carnaval de religieuze en monarchale pogingen om de viering tegen te gaan, waarna het tot op de dag van vandaag is blijven bestaan. Het werd in de 16e eeuw geïntroduceerd op Tenerife door de Spanjaarden en Portugezen die op weg waren naar het nieuwe continent en de Amerikaanse kolonies.

Volgens reizigers en kroniekschrijvers uit die tijd was carnaval in de 18e eeuw een feest voor zowel de hogere klassen, met bals en banketten, als voor het volk dat het feest op ietwat luidruchtiger wijze vierde. Carnaval werd gevierd ondanks het religieuze en burgerlijke verbod op het houden van dansfeesten en het dragen van maskers op de openbare weg.

In de 19e eeuw zijn er naast de traditionele dansen nieuwe soorten feestelijke evenementen (optochten, artistieke voorstellingen en wedstrijden) ontstaan. Dit was ook de tijd dat de gewoonte van de 'tapaderas', vrouwen uit de hogere klasse die zich op straat met het gewone volk mengden omdat ze door hun maskers niet werden herkend, in zwang raakte. Historici gaan ervan uit dat deze traditie de voorganger is van de 'lakenmaskarade' en de 'abanador' (waaier), die populair werden aan het begin van de volgende eeuw.

Gedurende de eerste decennia van de 20e eeuw groeide het aantal toeristen dat zich door het carnaval op Tenerife aangetrokken voelde. De welvaart van de jaren '20 kwam deze viering ten goede, zodat in 1925 het eerste carnavalprogramma werd opgesteld door de gemeenteraad van Santa Cruz de Tenerife.

In die tijd verschenen er carnavalsgroepen die verder gingen dan het dragen van de traditionele maskers: rondallas, comparsas, estudiantinas en murgas. De kostuums en maskers kregen een verfijnder ontwerp en de kwaliteit ervan werd verbeterd, waarop de eerste wedstrijden werden georganiseerd.

De Spaanse Burgeroorlog en de daaruit voortvloeiende dictatuur remden de viering van deze feesten af, die in die tijd al sterk geworteld waren in de samenleving van Tenerife. Ondanks de onderdrukking werden er clandestiene vieringen gehouden bij mensen thuis.

In 1961 werd de viering van het carnaval opnieuw officieel geaccepteerd onder de eufemistische naam 'Winterfestiviteiten', die in 1967 zelfs tot Feest van Internationaal Toeristisch Belang werden uitgeroepen. Na de terugkeer van de democratie kreeg het carnaval zijn naam weer terug. Uiteindelijk werd het in Santa Cruz geleidelijk aan het volksfeest bij uitstek totdat het in 1980 tot Feest van Internationaal Toeristisch Belang werd uitgeroepen.

Sindsdien heeft carnaval niks meer te maken met religie. Dankzij de pracht en praal, het niveau van de wedstrijden, de optochten en concerten en de authenticiteit van de viering op straat, is het nu het één na populairste carnavalsfeest op internationaal niveau dat alleen Rio de Janeiro in Brazilië voor zich moet dulden.